27 november 2006

In opdracht

In de nagalm van een cultureel spektakel, waaraan ik - in opdracht - mijn artistieke bijdrage gaf, lees ik over faken. Fay Weldon* zegt dat vrouwen dat best eens mogen doen - om de ander gelukkig en de spanning er in te houden.

Ik lig in bed. Ik voel mij leeg, als na een vrijpartij waaruit de spanning gaandeweg is weggeslopen en van de daad niets bleef dan slechts de daad. Ik vraag mij af: waarom eigenlijk? Waarom?

Weldon adviseert de minnaar. Talloze minnaars heb ik op artistiek gebied: twee computers, drie camera’s en net een nieuw statief, dat ik dankzij deze opdracht kon betalen. Is het - gedaan in opdracht van een ander - minder waar? Heb ik gefaket, of slechts mijn ware aard verzwegen? Ik lig in bed. Ik voel mij leeg.

* NRC 25.11.06 | Leven &cetera: ‘Wat maakt vrouwen gelukkig’

23 november 2006

Amsterdam CS

Met een sierlijk gebaar verwelkomt hij mij, nádat ik een muntje in de schuifdeurtjes- constructie heb gedaan. Voor wie geen vijftig cent heeft, wisselt hij. Voor wie weer naar buiten wil, maakt hij de deuren open. Naar buiten gaan is gratis.
Zijn gezicht is gestoppeld, de huid onder zijn ogen nog donkerder dan de rest. Hij mist een aantal tanden. Op zijn hoofd draagt hij een blauwe zeemansmuts. Hij lacht breed: ‘Welkom dame’. Met een weidse beweging toont hij mij de toiletruimte achter hem, alsof hij mij inviteert voor een bal. De verwachtingen zijn hoog gespannen.

Terwijl ik mijn handen sta te wassen kijk ik hoe zich bij de ingang een rij vormt. Niemand heeft de juiste geldstukken, ze snappen niet waar ze in moeten, ze hebben haast. Ik glimlach naar de zeeman. Hij wijst naar de morrende rij. ‘Het is moeilijk’, zegt hij, met nog altijd dezelfde lach. Hij knikt. ‘Werken hier is moeilijk.’ Voor alle wachtenden laat hij mij naar buiten.

08 november 2006

In reactie op PAS van Limburg Brouwer

'Zo gaan zij dan allen,’ sprak Siddha mijmerend onder ’t huiswaarts keren, ‘allen die wij leerden kennen en hoogachten. Ook hem zien wij waarschijnlijk nooit terug, die zo-even ons verliet. Toch sterven zulke mannen [ - ] niet als de dood een einde aan hun leven maakt! Zij blijven voortbestaan in de herinnering, die ze ons nalaten en in hun werken. Hun gedachte bezielt anderen die na hem komen, en wederom anderen die er komen na deze. Of dát niet de onsterfelijkheid zou zijn?…’
(uit: Akbar van P.A.S van Limburg Brouwer)Over Akbar en er na

Als getuigenis van de geest
- staat er -
waaruit het ooit ontsprong
misschien het meest van waarde

tegenover mij begint de bakker

aan zijn eerste brood
ik knipoog naar wat
god, wat Brahma is, het alles
en het niets
waarin ik mij vannacht verlies

ik sla de boeken dicht en staar naar buiten
naar het blauwe bordje met zijn naam

ik ben na hen gekomen
de vorst, de letterkundige
de getuigenis
de geest
is wat er is gebleven

de deuren van de vrachtwagen slaan dicht
de bakker brengt zijn brood
om te verkopen
het wordt licht

ik sluit het raam
tegenover zijn vergeten naam

Geschreven voor het project Straatgewijs,
waarin dichters reageren op straatnamen uit de wijk Nieuw Engeland te Utrecht.