30 mei 2007

Stoel

Ik heb een boze stoel, een blije stoel en een verdrietige stoel.
Alledrie dezelfde.
I
k zit er als ik me zo voel.

Ze typen het in blindentaal,
zodat ik het niet kan lezen.

‘Welke kleur heeft je stoel?’ vraag ik
Dom. ‘Hoe moet ik dat nu weten?’
Ze lachen me uit:

‘Ik heb een cirkelstoel en hij is roze.’
Ik vraag me af wat dat betekent.

De cirkelstoel is rond en zacht.
Ze noemen het ook wel een zak
al kun je er niets indoen.

Maar roze?

[workshop poëzie voor Bartiméus Zeist]

12 mei 2007

160 [3]

niet op zaterdag
zeg je we doen het niet
op zaterdag

de avond valt stil
mijn deur dicht

ergens roept iemand een
naam
ergens slaat een hart
om een lantarenpaal

160

08 mei 2007

160 [2]

zuigend trekt het water
tot het stilstaat
slurpend trek ik het
terug

vanuit de diepte
waar alles zich omzet
in diepzwart slijk
begint de beweging

stil stroomt alles weg

160

07 mei 2007

160 ontdekt

de rauwe klanken de
ademhaling zwaar

de ruige liefde de snaren
de toetsen het apparaat

de pezen die zich
spannen de lange vingers
de handen
van de muzikanten

160

01 mei 2007

Moeten


als ik óóit de nullen weghaal…
zoiets doe je niet, je streept

achter de komma niet zomaar iets weg


we zijn zo geworden
wat niet ter zake doet wordt door ons
gedachteloos weggestreept

daar is de rekening

de wind in december
is zomaar de wind geworden
die zich bij vlagen in het voorjaar herhaalt

na het betalen lachen we nog wat
en gaan