23 april 2008

Bijlmer

'Ik kan er wel om janken', zegt B.
'In de auto, op weg naar huis, denk ik alleen aan haar.'

B. spreekt over het meisje in haar klas. Alleen gezet, voorin, vlak bij het bord. Ze maakt altijd problemen. ADHD, autistisch, laag sociaal milieu, instabiele situatie, wie zal het zeggen? Allerlei mensen zeggen er iets over. De meester van groep 7b, de schoolmaatschappelijk werkster, de bouwcoordinator. B. geeft alleen maar een eenmalig kunstproject in de klas.

'Ze heeft een uur lang zitten schilderen, alleen', zegt ze en laat me het werk van het meisje zien. Het onderscheidt zich van de andere schilderijen. De kleuren zijn subtieler, er is een compositie, er is contrast. 'Wat moet ik doen? Ik zou er zo graag iets over zeggen, tegen al die mensen.' B. kijkt me aan.

Ik weet het niet. Wat doe je voor een meisje dat in de hoek is gezet, omdat ze zich steeds maar niet gedraagt? 'Wat zou je willen zeggen?' vraag ik.
'Dat ze er iets mee moeten doen.'

Ze moeten iets doen.

'Je hebt haar laten schilderen', zeg ik.
B. kijkt naar de grond en knikt.

beroepskunstenaarsindeklas.nl

18 april 2008

gevonden

lief
het is niet waar
het is niet waar

niet dat vrijdag tot vrijdag drie weken duurt
niet dat bettie (voorlopig) niet
-wacht ik moet NU een een glas wijn inschenken-
niet dat ik morgen les moet geven

het is niet waar
niets is waar

nou ja,
dat jij een pony hebt misschien dan, met twee of met vier poten?
en dat je een voorstelling reserveert
dat is dan, vooruit, wel even waar
en dat je me mist - ja ok
maar verder: nee dat is niet waar

het is ALLE dagen vrijdag
-dat had ik je toch al uitgelegd dacht ik?-
en wij zijn zo stom om dat steeds te vergeten

soms
zou ik willen dat de wereld zo klein was als jij en ik samen
in alle onrust die wij samen kunnen hebben zou het zo rustig zijn

09 april 2008

samen

's Avonds laat een station. De paar wachtenden verzamelen zich op het midden van een lang perron. Een jongen en een meisje lopen bellend heen en weer. De anderen zitten op bankjes en volgen hun bewegingen; van elkaar af, naar elkaar toe, een boogje, een bochtje, een kleine pauze.
Hun stemmen klinken door elkaar. De avonden zijn nog koud. Ik trek mijn sjaal dichter om mijn hals en zet mijn kraag omhoog. De jongen en het meisje naderen elkaar opnieuw, steeds dichterbij. Ze kijken elkaar aan, terwijl ze beiden blijven praten.
'Ja' zegt zij.
'Je wilt dus liever volgende week op woensdag?' vraagt hij. Een decimeter ruimte scheidt hen nog.
'Ik weet het niet precies', zegt zij.
'Ik snap het', antwoordt hij.

Hun ogen zijn op elkaar gericht. Hij knikt. Zij gaat op haar tenen staan en leunt voorover, hun lichamen tegen elkaar. Wij zitten op de bankjes en wij kijken.

08 april 2008

kort

Regelmatig vraag ik mij af welk deel van mijn lessen nu werkelijk over schrijven gaat.

Ik maan mijn cursisten tot korte teksten: focus, inzoomen, selecteren. Eén van hen leest haar tekst voor. Wij luisteren. Vijf regels zijn het. Als ze klaar is valt er een korte stilte.
'Mag 'ie nog een keer', vraag ik. 'Hij is zó kort...' Ze kijkt me aan. Ik glimlach.
'Kreng', zegt ze en leest haar zinnen nog een keer.
Bij haar 'kreng' lachen de anderen en ik haal adem. Voor vandaag is de les geslaagd.