30 januari 2009

[ - ]

ik hou onnoemlijk veel van je
zoveel als de geraaktheid over de vijgenboom op mijn balkon

wekenlang zag ik hem niet
er was geen blad en was geen stam,
er was geen pot met aarde

ineens roept hij me:
blad, stam, aarde
en een knop,
die uitkomt

zoveel houd ik van je
zoveel en altijd zo kortstondig

01 januari 2009

overgang

We wachten. Horen we al iets? We horen niets.
'Heb jij eigenlijk de tijd bij je?' Ik kijk op mijn klokje.
'Het is nu' zeg ik. We lachen. Even wachten we nog. Niemand steekt een vuurpijl af, niemand roept, niemand juicht.

'Gelukkig Nieuwjaar' fluisteren we tegen elkaar. Daarna zeggen we een tijdje niets. Om ons heen klinkt geen ander geluid dan het razen van de rivier zo'n 50 meter onder ons. De enige lichtjes die we zien zijn in de verte, tegen de bergwand. We maken de champagne open.
'Zachtjes' wil ik bijna zeggen, maar niemand hoort ons, niemand ziet ons, niemand neemt aanstoot aan een enkele doffe knal. De kurk verdwijnt al snel in de duisternis. We proosten, we drinken en turen naar de rotsen die er al eeuwen staan en er nog eeuwen zullen blijven. Van een overgang is nauwelijks sprake. Maar toch:

'Het wordt een goed jaar' zeggen wij. En dat wordt het, een goed jaar. Fris. Nieuw. Anders dan het altijd is geweest.