22 januari 2010

[ - ]

aan alles kun je je verslaven:
zoals het struinen in een donker antiquariaat
en het verzamelen van platen
(elpees bij voorkeur, maar ook wel
oude tekeningen of vergeelde wereldkaarten)

aan het volgen van het journaal
(en zoals bij iedere verslaving:
of je nu alles tot je neemt of niets,
het leidt tot hetzelfde gelatene
dezelfde vragen tot hetzelfde stoppen van het raken)

aan de verandering
het schilderen van houtwerk (bij voorkeur van het raam
dat steeds hetzelfde blijvend kader)
steeds alles in een andere smaak, wat ook kan
met de badkamer, je stemming of je haar

of aan het eindeloos naar buiten staren,
waar bussen om de paar minuten
steeds dezelfde bocht omgaan

18 januari 2010

regen, geen slecht weer

'Zal ik komen?' vraag ik door de telefoon.
Je twijfelt. Je denkt aan de weg die ik moet fietsen. Door de stad, waar de mensen naar hun huizen terugkeren en de winkeliers hun deuren sluiten. De brug over die op een bidsprinkhaan lijkt. Langs het water, waar in bootjes de vrouwen achter hun ramen de mannen lonken. Het donkere fietspad, waar de los gewaaide takken het fietsen moeilijk maken. Het kleine paadje, waar de containers dicht opeengepakt staan te wachten op de vuilnisman.
Je kent mijn weerzin tegen het verplaatsen. Maar weet je eigenlijk dat ik altijd zing als ik fiets?

Je kijkt naar buiten – stel ik me voor – en zegt:
‘Alleen als het niet regent.’ Ik kijk naar buiten. De straat is nat, de bussen scheuren om de hoek van mijn huis. Op mijn computerscherm komen e-mails binnen die mensen mij stuurden, eerder op de dag. Ik kan ze beantwoorden. Afspraken kunnen worden gemaakt, opdrachten kunnen worden aangenomen.

‘Ik kom’, zeg ik. ‘Ik ben er zo.’
Terwijl ik op de fiets zit begint het te regenen. De koude druppels slaan steeds harder in mijn gezicht.

‘Draai je om’, zei iemand van de week tegen me. ‘Je hoeft niets anders te doen dan je om te draaien.’
Ik zing.

08 januari 2010

[ - ]

Drie jaar al was ze mijn juf. Ik was gek op haar. Ze droeg oorbellen die bungelden als ze sprak en blouses met kanten kraagjes. Toen ik mijn moeder tegen mijn vader hoorde zeggen: ‘Ik hoop wel dat ze volgend jaar een andere leerkracht krijgt. Afwisseling is goed. Als ze straks op de middelbare school zit, krijgt ze ieder uur een andere docent voor haar neus’, schrok ik. Er veranderde iets. Binnen een paar weken tijd was ik juf Lily ontgroeid. Ze sprak zo kinderachtig. Ze droeg van die truttige kleren. Ik was toe aan de meester van de bovenbouw.

Er deed zich een incident voor waarin ik woedend op haar werd. ’s Middags bood ik haar schoorvoetend en met de priemende ogen van mijn moeder in mijn rug mijn excuses aan. Toen dat gebeurd was, glimlachten beide vrouwen naar me. Ik kroop achter mijn tafeltje en gromde tegen mijn groepsgenoten: ‘Als we haar volgend jaar weer krijgen, ga ik van school’.

Ze lachten me uit. En toen we weken later, op de laatste schooldag voor een lange zomervakantie, te horen kregen dat Lily opnieuw onze juf zou worden, lachten ze nog harder. ‘Inge gaat van scho-ol, Inge gaat van scho-ol’, zongen ze in koor, terwijl we de tafels met Vim schoonmaakten. Lily kwam glimlachend langs. ‘Wat is er?’ vroeg ze.
‘Inge gaat van school’, zei Maarten.
‘Daat weet ik niks van’, antwoordde Lily verbaasd. Ik schudde mijn hoofd, stond op en liep de klas uit.

Mijn moeder steunde me. Niet om me te steunen, maar uit didactisch oogpunt. Ze was zelf juf en het er niet mee eens. Ze sprak met de directeur en betrok er andere ouders bij. Ze sprak ook met Lily zelf, om aan te geven dat het niets persoonlijks was.
‘Lily vindt het heel jammer’, vertelde ze toen ze me na dat gesprek welterusten kwam zeggen. ‘Ze vindt je zo’n bijzonder meisje. Ze zal je missen, zei ze. Ik denk dat ze een beetje van je houdt.’ Ik klemde mijn kiezen op elkaar en zweeg.

Meester Eef werd de nieuwe leerkracht. We zaten in het lokaal naast dat van Lily. Ik vermeed haar. Maandenlang had ik een baksteen in mijn maag.

Ik doe geen grote uitspraken meer. Wat ik niet zeker waar kan maken, verzwijg ik liever. Ik warm mij aan de vrouwen die zeggen van mij te houden. Jaren later pas leerde ik het woord 'diplomatiek' kennen. In glimlachen ben ik een ster.