22 februari 2016

wakker

De metro is vol. Iemand twijfelt, gaat toch niet zitten, loopt weer weg. Gauw benut ik het laatste vrije stoeltje. Het was een lange dag, En ik moet nog door. Ik zucht. De jongen naast me kijkt opzij.
‘Zo,’ zegt hij. ‘Da’s een diepe.’
‘Tja’, zeg ik. ‘Soms moet dat even.’
‘Is dat zo?’ vraagt hij.
Ik ben niet zo goed in gezellig chitchatten en nadenken tegelijk dus knik ik maar.
‘Volgens mij wel.’ In mijn hoofd zegt Joop: Een zucht geeft lucht.
Maar mijn buurjongen, die mij vrolijk aankijkt, geeft niet zomaar op.
‘Ben je moe?’
Ik knik. Ik ben eigenlijk, denk ik, gewoon even ‘in between’. En ik houd niet van chitchatten. Maar dat is weer zo onaardig.
‘De powernap’, zegt hij. ‘Heb je dat wel eens geprobeerd?’
Ik schud mijn hoofd. Ik doe dat nooit. Ik zou willen zeggen: Daar heb ik geen tijd voor. Maar dat klinkt dan weer zo gefrustreerd.
‘Ik heb erover gelezen’, zeg ik dus maar. ‘Het schijnt te werken.’
‘Het werkt’ zegt hij vastberaden. ‘En weet je wat écht werkt? Je moet eerst een espresso drinken. Een espresso en dan meteen gaan slapen.’
Ik kijk hem verbaasd aan. Hij ziet er fris uit. Vrolijk ook. Lief ook eigenlijk. Hij kijkt me aan, niet vluchtig, maar echt.
‘Weet je waarom?’ vraag hij. Ik trek mijn ene wenkbrauw op. Hij leest mij goed.
‘Een goede powernap duurt precies 20 minuten. Daarna kom je in je diepe slaap en als je daaruit wakker moet worden ben je heel moe. Die espresso die doet er precies 20 minuten over om opgenomen te worden in je bloed. Je wordt dus precies op tijd wakker!’ Hij lacht. Enthousiast is hij. Hij heeft geen powernap nodig. ‘Goed he?’
Ik lach ook. Ik kan er niets aan doen.
‘Ik ga het proberen’ zeg ik. ‘Dank je wel.’
‘Ik moet er uit’, zegt hij. Hij staat op. Hij verlaat de metro. Als de metro hem passeert zwaait hij nog even naar me. Ik glimlach.
Vandaag heb ik geen powernap meer nodig.
Geen espresso ook.