24 februari 2007

Service

Ik twijfel: warmtecrème of warmtepleister.
‘Wat is het verschil?’ vraag ik.
‘Het één smeert u, het ander plakt.’ De apotheker lacht. ‘Deze kost u 7 euro. De pleister is haast twee keer zo duur. Waar is het voor?’
‘Mijn rug zit vast. Doe mij de tube maar.’
‘Wat naar’ zegt hij. Hij kijkt me aan en vraagt:
‘Heeft u wel iemand om u in te smeren?’

18 februari 2007

Gemis

Ineens vind ik je handschrift. Met het lezen van de letters zie ik scherp je vingers en je handen. Door de woorden heen hoor ik je stem. Urenlang zitten we aan tafel en praten.

Niets persoonlijks zeg je me; er is geen boodschap, er zijn geen woorden specifiek aan mij gericht. Wat je me geeft is muziek. Door de klanken heen lees ik je gezicht.

Tranen zakken over wangen. De zon zakt weg achter het glas.

07 februari 2007

In bed

Zij is een bitch. Dat zeg je niet.

Hoe ziektes in de wereld komen. Dat zeg je niet.
koud krijg ik het er van.

Hoe mensen elkaar zeggen wat hen bezighoudt; ik ben alleen. De dag speel ik na in mijn gedachten: een gesprek, een gesprek een gesprek en dan de mail. Hoe mensen de dingen ervaren.

Jij slaapt.

02 februari 2007

Niet goed

Laten we er voor het gemak vanuit gaan dat ik niet goed voor mijzelf zorg. Laten we er – voor het gemak – vanuit gaan dat er zoiets bestaat als ‘zorgen voor jezelf’. Laten we er vanuit gaan, het kan niet moeilijk zijn, dat ik dat niet doe.
Vaak werk ik nachtenlang. Ik eet meestal niet voldoende. Ik rook. Bij voorkeur sloop ik iedere persoonlijke atoom. Ik hou niet van heel, ik hou meer van gebroken.

Iemand glimlacht naar me terwijl ik – van de wereld gescheiden door een koptelefoon – door de Leidse loop. Er staan rode laarzen in de etalage. Als ik zou willen zou ik ze kunnen kopen.

Losse eindjes

Aan de keukentafel drinken we koffie. We hebben maar even. Geen melk meer, geen suiker. De laatste keer dat we elkaar echt spraken was het nacht, te laat geworden, te veel bier en te veel wijn.
‘Hoe oud ben je nou?’
‘Dertig’ zeg ik en jij knikt.
Ik vraag: ‘Hoe oud is nou jouw zoon?’

Er valt een stilte. Ik zoek, jij zoekt; woorden, waarheden, dat wat gezegd kan worden - nu nog, na al die jaren.