‘Verkoopt u ook de Hollands Diep?’ De caissière kijkt vertwijfelt om zich heen.
‘Ehm…’ Naar haar collega achter in de winkel roept ze: ‘Nina, hebben wij ook de Hollands Diep?’
‘Ja! Hier!’ hoor ik van achter me. ‘Hier ligt hij!’ Een andere klant houdt het tijdschrift in de lucht en zwaait naar me. Ik loop naar hem toe, haal een tijdschrift van de stapel en bedank hem. Pas dan zie ik dat het Kees van Kooten is. Samen lopen we naar de kassa om af te rekenen.
‘Staat u er in?’ vraag ik hem.
‘Jaja.’ Hij betaalt en draait zich dan naar me om. ‘Maar ‘t is wel een lang stuk, hoor.’
‘Oh lekker’, zeg ik. ‘daar houd ik van.’ Hij kijkt me aan.
‘Ze hebben het alleen niet gedaan zoals ik wilde’, zegt hij. Dat vind ik dan zo vervelend. Kijk.’ Hij slaat het blad open en laat me zijn artikel zien. ‘Het gaat over een Frans tijdschrift, al meer dan 60 jaar oud. Maar kijk, dan drukken ze hier wel de voorkant af, maar hier…’ Voordat ik de kans krijg om de prachtige oude voorkant te bekijken slaat hij de pagina om, ‘…doen ze dan helemaal niets mee.’ Hij toont me twee pagina’s met vier volle kolommen, inderdaad niet al te aantrekkelijk vormgegeven. ‘Dat snap je toch niet? Ik had allemaal prachtig beeld meegeleverd.’
‘Maar goed.’ Hij slaat het tijdschrift dicht en kijkt mij nog even aan. Zijn ogen glimmen. ‘Tóch veel leesplezier.’ Zegt hij. Hij steekt het tijdschrift onder zijn arm en loopt weg. Bij de uitgang steekt hij zijn hand op en zwaait nog eens naar mij. ‘Dag! Goede reis!’
‘Dag!’ roep ik en reken af.
‘Ehm…’ Naar haar collega achter in de winkel roept ze: ‘Nina, hebben wij ook de Hollands Diep?’
‘Ja! Hier!’ hoor ik van achter me. ‘Hier ligt hij!’ Een andere klant houdt het tijdschrift in de lucht en zwaait naar me. Ik loop naar hem toe, haal een tijdschrift van de stapel en bedank hem. Pas dan zie ik dat het Kees van Kooten is. Samen lopen we naar de kassa om af te rekenen.
‘Staat u er in?’ vraag ik hem.
‘Jaja.’ Hij betaalt en draait zich dan naar me om. ‘Maar ‘t is wel een lang stuk, hoor.’
‘Oh lekker’, zeg ik. ‘daar houd ik van.’ Hij kijkt me aan.
‘Ze hebben het alleen niet gedaan zoals ik wilde’, zegt hij. Dat vind ik dan zo vervelend. Kijk.’ Hij slaat het blad open en laat me zijn artikel zien. ‘Het gaat over een Frans tijdschrift, al meer dan 60 jaar oud. Maar kijk, dan drukken ze hier wel de voorkant af, maar hier…’ Voordat ik de kans krijg om de prachtige oude voorkant te bekijken slaat hij de pagina om, ‘…doen ze dan helemaal niets mee.’ Hij toont me twee pagina’s met vier volle kolommen, inderdaad niet al te aantrekkelijk vormgegeven. ‘Dat snap je toch niet? Ik had allemaal prachtig beeld meegeleverd.’
‘Maar goed.’ Hij slaat het tijdschrift dicht en kijkt mij nog even aan. Zijn ogen glimmen. ‘Tóch veel leesplezier.’ Zegt hij. Hij steekt het tijdschrift onder zijn arm en loopt weg. Bij de uitgang steekt hij zijn hand op en zwaait nog eens naar mij. ‘Dag! Goede reis!’
‘Dag!’ roep ik en reken af.