16 juli 2009

stap

Het water slaat tegen het beton en springt weer op. Ik sta onder het afdakje. Iets in mij springt met het opspattende water mee. Licht ben ik. Klein voel ik mij. Maar een onderdeel. Vrij.

Zal ik?
Zoiets doe je eigenlijk niet.
De druppels vallen harder en harder.
Voor mijn neus hangt een watergordijn. Waarom blijf ik erachter?

Een klein stapje is het maar.
Meteen druipt het water langs mijn wangen, langs mijn armen, door mijn haar. Mijn voeten stampen in de plassen, mijn handen vangen dikke druppels uit de lucht.