Zal ik?
Zoiets doe je eigenlijk niet.
De druppels vallen harder en harder.
Voor mijn neus hangt een watergordijn. Waarom blijf ik erachter?
Een klein stapje is het maar.
Meteen druipt het water langs mijn wangen, langs mijn armen, door mijn haar. Mijn voeten stampen in de plassen, mijn handen vangen dikke druppels uit de lucht.