Ik zit op de koude stenen trap voor het monument op de Dam, te wachten op mijn afspraak. Tegenover me, op het plein, speelt een gitarist klassiekers. Een groepje mensen staat in een halve cirkel om hem heen en neuriet mee.
Een paar treden voor me zitten twee vrouwen dicht tegen elkaar aangedrukt. Ze hebben dikke jassen aan, met daar overheen rode hesjes. Op hun ruggen staat in grote zwarte letters gedrukt: bidden helpt.
De gitarist speelt eerst Big spender, daarna With a little help from my friends. Er wordt geapplaudisseerd. Hij maant om stilte en zet zijn volgende nummer in, zachtjes, beheerst.
Na de eerste klanken kijken de twee vrouwen voor mij op de trap elkaar aan. Ze staan op. Terwijl de klanken van Hallelujah over het plein zweven, kijk ik naar de vrouwen die arm in arm, naar het groepje toelopen. Ze sluiten zich aan en beginnen hun praatje.
De gitarist haalt uit.
Een paar treden voor me zitten twee vrouwen dicht tegen elkaar aangedrukt. Ze hebben dikke jassen aan, met daar overheen rode hesjes. Op hun ruggen staat in grote zwarte letters gedrukt: bidden helpt.
De gitarist speelt eerst Big spender, daarna With a little help from my friends. Er wordt geapplaudisseerd. Hij maant om stilte en zet zijn volgende nummer in, zachtjes, beheerst.
Na de eerste klanken kijken de twee vrouwen voor mij op de trap elkaar aan. Ze staan op. Terwijl de klanken van Hallelujah over het plein zweven, kijk ik naar de vrouwen die arm in arm, naar het groepje toelopen. Ze sluiten zich aan en beginnen hun praatje.
De gitarist haalt uit.