15 augustus 2010

dirty

We komen net van de boot af. Op het water was het koud, maar op de steiger brandt de zon op onze huid en vele kleren. Nadat we de schipper hebben omhelsd – hij doet het thouroughly, terwijl ik denk aan de uitleg van een vriendin over hoe je hier elkaar begroet en afscheid neemt (You hug. And if it’s to hot, you say: I’m to sticky) – trekken we de eerste drie lagen kleren uit. (Braaf volgden we het advies op van de tourist-info: Do the big trick: wear layers).
Met mijn armen vol troep kom ik de steiger af, mij bewust van de blos op mijn wangen, een combinatie van de plotselinge hitte en de opwinding van walvissen, dolfijnen en zeearenden. M. treuzelt nog wat en probeert een foto te maken van de talloze vissenkarkassen die op de bodem onder de steiger liggen. Ik loop vast naar de auto. Een van de vissers komt me, op weg naar de schoonmaaktafel, tegemoet. Hij heeft een grote vis in zijn handen en lacht breed naar me.
‘There’s only one man that’s dirty’, zegt hij tegen me terwijl hij me passeert. Ik lach.
‘Only one?’
‘Yeah’, roept hij over zijn schouder. ‘The one’. Het duurt even voordat ik snap wat hij bedoelt. Dan draai ik me om.
‘So I guess I found the wrong one?’ roep ik. Hij loop door en steekt zijn hand in de lucht. In de verte zie ik M naar het water staren.