De zaken zijn gedaan. Ik haal adem. Het zijn moeilijke tijden en wie weet wat ons nog te wachten staat met een nieuw kabinet. Het is nog maar sinds kort dat ik probeer de boosheid te laten varen en me te verbinden. Ons. Ik denk ons.
‘Welke donkere wolken hangen er nog boven ons hoofd?’ vraag ik. Ze glimlacht. Ik probeer niet te denken aan alles wat ze voor me verzwijgt. Ik ben uit de strijd. Dan zegt ze:
‘De boom moet gekapt. Ik ben benieuwd wat dat voor protest zal geven. Gelukkig hebben we net gezien wat er met de Anne Frank boom gebeurde.’
Bomen laten kappen, denk ik. Omdat ze anders om kunnen vallen. En de boom van Anne Frank vormt het bewijs. En ik denk: ik ben uit de strijd.
Gelukkig gaat geen dag voorbij zonder twijfel.