24 februari 2012

zin

‘Kind’, zegt mijn oma. ‘Jullie hebben het maar zwaar.’ We staan boven de box en kijken naar de baby. Ze lacht naar ons en strekt haar armpjes naar ons uit. Pak me dan, pak me dan! lijkt ze te roepen. Of ben ik het die dat denkt?
‘Wij deden eigenlijk niks met die baby's, zegt oma. ‘Je gaf ze eten en dan gingen ze terug naar bed. En daar lagen ze dan. Nee, ze huilden niet, nee. Dat kan ik me niet herinneren. Ja, je moeder zat wel aan haar dekentje te trekken, dat weet ik nog wel. Dan had ze aan het eind van de dag een handje vol wol.’ Ik kijk naar mijn moeder. Ze drinkt haar koffie en kijkt naar ons. Als ze ziet dat ik naar haar kijk, glimlacht ze.
‘En je bent je niet afgevallen?’
‘Nee oma. Ik ben niet afgevallen. Ik ben gewoon weer zoals ik was.’
‘En hoeveel weegt zij nu?’
‘Zes kilo.’
‘Zes kilo? Dat is toch te zwaar om steeds te dragen?’
Ik glimlach. ‘Het went, oma. Dat weet je toch. Het went allemaal. En na verloop van tijd weet je niet beter.’ Oma knikt.
Mijn moeder staat op en pakt de baby uit de box. ‘Luister jij maar niet naar al die prietpraat, meisje.’
Ik kijk naar oma. Ze glimlacht.