16 december 2006

De show gestolen

‘Ik dacht dat het zo ‘s nachts wel rustig zou zijn. Dat is blijkbaar een nogal naïeve gedachte.’ Mijn buurman kan zijn ogen bijna niet openhouden.

Vlak naast ons zit een groepje studenten, op weg naar huis na een vroege kerstviering. Ze bekijken vrolijk en luidruchtig de cadeaus die ze van elkaar kregen. Een fles champagne, een Sudoku spelcomputer, een masker van superman. Omdat de spelcomputer niet te delen is gaan ze over op de kruiswoordpuzzel uit de Metro. De hele coupé wordt er bij betrokken. Wie niet verleid wordt door de meligheid, kijkt naar de duisternis buiten.
Het is nacht. We zijn ergens tussen Utrecht en Amsterdam.

Bij de Arena stapt een nieuwe groep binnen, luidruchtiger en net even anders aanwezig. Zodra ze zitten, draaien ze hun soundblaster wat harder en steken een blow op. Het liedje waar ze naar luisteren begint net. Het eenvoudige refrein zingen, of eigenlijk scanderen ze – ineens en onverwacht – allemaal mee: ‘Oké!’

De studenten kijken achterom naar wie hun show gestolen heeft en maken in stilte hun puzzel af. Mijn buurman glimlacht. Zijn ogen zijn gesloten.