23 mei 2008

Lang geleden

‘Ik kom je alleen even een zoen geven’, zeg ik.
Je staat tussen de mensen. Je praat.
‘Heeee!’ roep je als je me herkent. ‘Je bent er!’
Ik ben er.

‘Ik heb verder niet zo veel te zeggen’, zeg ik.
‘Nee?’ vraag je.
Iemand tikt je op de schouder. Je draait je om.
Je hand blijft liggen op mijn arm. Zachtjes knijp je.

05 mei 2008

5 mei

We vieren onze vrijheid met een spectaculair vuurwerk. Wij hebben ons verzameld rondom de vijver. Vanaf één kant wordt de een na de andere pijl afgeschoten.
Als de eerste knal klinkt vliegen de eenden, die al verstoord werden door het vele publiek op dit late tijdstip, snaterend op. Tijdens de volgende pijl, die schril fluitend de lucht in gaat, rennen twee meerkoeten over het water, niet wetend waarheen.
Minuten later, wanneer het knallen even gestaakt is, hoor ik vanuit de plas een hoog gepiep. Ik tuur over het oppervlak. Drie gele kuikentjes zwemmen paniekerig rond, alleen. Zij kunnen rennen noch vliegen. Ik kan niet meer naar het vuurwerk kijken. Ik zie alleen de kuikentjes, die bescherming zoeken in het grote, platte vlak.

De mensen om mij heen zijn aangeschoten, dronken soms. De rook van sigaretten mengt zich met de dampen van het kruit.