18 februari 2007

Gemis

Ineens vind ik je handschrift. Met het lezen van de letters zie ik scherp je vingers en je handen. Door de woorden heen hoor ik je stem. Urenlang zitten we aan tafel en praten.

Niets persoonlijks zeg je me; er is geen boodschap, er zijn geen woorden specifiek aan mij gericht. Wat je me geeft is muziek. Door de klanken heen lees ik je gezicht.

Tranen zakken over wangen. De zon zakt weg achter het glas.