
verdwaal ik
het park een bos een oerwoud
het pad een modderpoel of een moeras
zolang ik ongemerkt niet denk
is niets binnen proporties
groots en eindeloos
is alles ben ik zijn wij
en evenveel als het verlangen
is er angst
en zegt dat we wellicht -
mijn handen mijn handen
mijn haren mijn haren
de koude wind langs mijn gezicht