Ik heb een boze stoel, een blije stoel en een verdrietige stoel.Alledrie dezelfde.
I
Ze typen het in blindentaal,
zodat ik het niet kan lezen.
Dom. ‘Hoe moet ik dat nu weten?’
Ze lachen me uit:
‘Ik heb een cirkelstoel en hij is roze.’
Ik vraag me af wat dat betekent.
De cirkelstoel is rond en zacht.
Ze noemen het ook wel een zak
al kun je er niets indoen.
[workshop poëzie voor Bartiméus Zeist]