een zucht ontstaaten lang voordat ik haar bevat
is ze ontsnapt
bij het laatste lantarenlicht
dempt het verlangen
niet alleen het weten
maar ook
het einde van de nacht
wat waar is doet niet ter zake
een zucht ontstaat
Hij speelt al minutenlang met zijn potlood. De titel heeft hij opgeschreven. Toen uitgegumd. Toen weer opgeschreven. En weer uitgegumd. De letters zijn in het papier gedrukt, een randje van het papier is gescheurd.
Weggeven is fijner dan weggooien, maar wat er nu nog in ons atelier staat is al oud en ooit ook door ons gekregen. ‘Wie wil dit nog?’ denken we bij haast alles dat door onze handen gaat.
een student zegt: ‘Ik denk vaak: Ze krijgen me nog wel door. Ik val nog wel door de mand. Ze komen er nog wel achter dat ik het helemaal niet kan.’