19 juli 2009

Ah Ha

Op raadselachtige wijze rijd ik onderlangs om Willemstad heen, in plaats van bovenlangs. Geen idee hoe dat gebeurd is. Soms rijd ik maar wat. De straatnaambordjes zijn hier schaars en de wegbewijzering anders dan ik ken.

Pas wanneer ik de aanduiding van de Albert Heijn zie, weet ik waar ik ben. De blauwe AH is, waar dan ook, onmisbaar. Een landmark: locatie vastgesteld, vervolgroute bekend.
Of wacht. Zal ik anders, heel even, nu ik er toch ben…
Ik had me nog zo voorgenomen hem te mijden, de enige AH op het eiland. Maar ja, ik sta er nu bijna voor. Ik heb er al zo veel over gehoord.

De airco staat er hoog. Ik heb het bijna koud terwijl ik langs de schappen loop. Nog nooit heb ik zo´n groot filiaal gezien; zo opgeruimd, georganiseerd, zo strak geregeld en zo schoon. Wat zal ik kopen? Eigenlijk heb ik niet echt iets nodig. Een halfje brood misschien. Ik weeg het licht tegen het donker volkoren af, zoals ik thuis ook doe. Kaas? Dat hebben ze ook in de andere Supermarkt en twee keer zo goedkoop. Er is niets dat ik echt mis. Niets dat ik bij AH kan kopen.

Voor de kassa staat een lange rij. De caissière doet het rustig aan, ik zou haast zeggen: op z’n Antilliaans. Drie boodschappen heb ik. Drie onbelangrijke dingen die ik blijkbaar niet kan missen. Het duurt lang, maar dan heb je ook wat: ik weet weer waar ik ben en hoe nu verder.