13 oktober 2008

de baas

(Vooraf: In een analyse van mijn karakterstructuur las ik ooit: 'Heeft moeite met hiërarchie'. Ik heb dat nooit begrepen, totdat ik me realiseerde dat alles in mijn leven er op is ingericht dat hiërarchische situaties zich niet voordoen.)


[augustus '08]
'Ik verwacht hierover minimaal een tekstje op je Blog, Inge.'
'Ehm,' antwoordde ik. 'Okay.'

De autodeur slaat dicht. We toeteren, we zwaaien en weg zijn we. Terug naar huis, terug naar het leven dat ik zelf heb vormgegeven.

Ik ben een kattenmens, geen hondenmens. De verhouding baas-hond past mij niet, zeg ik altijd. Ik houd van katten, omdat ze hun eigen zin doen. Ik hoef ze niet te zeggen wat ze moeten. Ze regelen het zelf en hebben daarbij schijt aan mij.

Toch deed het zich deze zomer voor dat ik met een hond aan de lijn door een Frans dorpje liep. Ik had nog twee mensen bij me. Of eigenlijk liep ik met hen mee. Ook zij hadden beiden een hond aan de lijn. Ik raakte hen voortdurend kwijt. Zij praatten met elkaar, terwijl hun honden hen volgden. Ik bleef achter, omdat 'mijn' hond aan een lantarenpaal moest snuffelen, toch nog even terug wilde, toch liever even stilstond bij zeer speciaal plekje op straat.

Ik werd geroepen:
'Inge, kom je?'
'Ja!' riep ik terug. 'We komen, zo, wacht nog even!'

Na wat getrek en gesmeek sloten ik en mijn hond aan. M. (de echte baas van mijn hond) keek mij streng in de ogen.
'Inge' zei ze. Ik kwispelde. 'Zo werkt het niet.' Ik boog mijn hoofd. 'Het is niet: WE komen zo. JIJ komt. JIJ wandelt. JIJ bepaalt de weg. De hond volgt. Het is duidelijk dat je nog veel moet leren. Maar het is heel eenvoudig: JIJ bent de baas. Is dat duidelijk?' Ik knikte.

'Ga je mee?', vroeg ik aan mijn hond, maar herstelde me onmiddellijk. 'Ik bedoel: ik ben de baas, hond. Kom, we gaan.' Ik trok aan de lijn. De hond volgde.
Vele lantarenpalen, spannende hoekjes en lekkere geurtjes later was het gedaan. De hond schurkte zich in een hoek van de keuken, ik zeeg neer in een stoel.

Het is nu weken later. Nog steeds herinner ik mij het afscheid, enkele dagen daarna. Met smekende blik (neem mij mee, jij begrijpt mij tenminste) keek 'mijn' hond toe hoe wij onze spullen in de auto pakten. We grapten nog wat over de baas zijn en over je heen laten lopen. Ik lachte en stapte in. De autodeur sloeg dicht. De hond blafde. M. zei: 'af'. Hij zweeg. We toeterden, we zwaaiden en weg waren we.

Het begrip hiërarchie is in een nieuw daglicht komen te staan.
Ik schrijf een stukje voor mijn Blog.
Ik ben de baas.
Ik ben de baas.
En braaf.